Jouw ogen reflecteren sterren,
je handjes grijpen naar de
steel.
Dan bollen zich jouw wangetjes;
je blaast je bijna
scheel.
Een warme wind beroert de stengel,
de sterren worden
aangeraakt.
Ze zweven op jouw lange adem,
uit een diepe slaap
ontwaakt.
Je ogen stralen als de sterren
als je ze nastaart op hun
vlucht.
Even zakt je mondje open…
dan is daar die diepe
zucht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten